In de Monitor Collectie 2023 geven we de cijfers en schetsen we de ontwikkelingen op het gebied van uitleningen (fysiek en e-books), actualiteit van de collectie, reserveringen, titelspreiding en diversiteit en abonnementen van de bibliotheken in Noord- en Zuid-Holland. We gebruiken data over de jaren 2019, 2020, 2021 en 2022. Dit is het eerste jaar dat de data van beide provincies zijn samengevoegd in één monitor. Immers, Probiblio vervult voor beide provincies dezelfde rol en één monitor stelt de lezer in staat de cijfers van meer bibliotheken met elkaar te vergelijken.
In eerdere jaren waren ook de resultaten van de werkgroepen Collectie opgenomen in de monitor. Om een zo duidelijk mogelijke monitor op te leveren is ervoor gekozen om de opbrengsten hiervan zoveel mogelijk te communiceren in de nieuwsbrief en blogs, zoals over Diversiteit en Inclusie en Digitale en Fysieke collectie. De verantwoording voor de data is opgenomen in een bijlage.
Bij de uitleningen in 2022 is te zien dat deze na twee coronajaren weer stijgen. De uitleningen zijn echter nog niet op het niveau van voor de pandemie. Als leden lenen, doen ze dat vaak enthousiast, en vallen ze onder groep veelleners. De groep 0-leners (0 boeken) is over het algemeen de grootste groep onder de leden. De landelijke norm van minimaal 95% uitgeleend materiaal binnen de eigen organisatie is dit jaar nog maar door één bibliotheek (net) niet behaald. Vrijwel overal is er een stabilisatie of daling van het aantal uitleningen van materialen van buiten de eigen organisatie zichtbaar. Voor de online bibliotheek geldt dat de uitleningen van e-books over het algemeen gedaald zijn, terwijl het aantal leden met een account overal gestegen is.
Bij de reserveringen is in 2022 te zien dat na een toename tijdens de coronajaren dit jaar het aantal reserveringen iets is afgenomen. Dit geldt zowel voor het totale aantal als voor het aandeel reserveringen binnen de uitleningen. De levertijd van reserveringen is dit jaar verbeterd, maar de provinciale norm (95% binnen 6 weken) wordt nog steeds maar door 7 van de 34 bibliotheken behaald.
De titelspreiding verschilt in 2022 sterk: van 97% tot en met 33% unieke collectie. Met een gemiddelde van 58% in de afgelopen vier jaar blijft het aantal unieke titels wel opvallend stabiel.
Qua actualiteit van de collectie zijn de verschillen in 2022 tussen bibliotheken groot. Het percentage collectie ouder dan 10 jaar varieert van 3% tot 30% bij de bibliotheken. De hoeveelheid collectie ouder dan 10 jaar bij bibliotheken is na twee jaar van groei, afgelopen jaar iets afgenomen. Qua gebruik van de collectie is te zien dat het aandeel van de collectie dat het afgelopen jaar geleend is weer toeneemt ten opzichte van 2021.
De abonnementen van bibliotheken verschillen sterk van elkaar. Dit geldt zowel voor de basis- als de plusabonnementen. Ook abonnementsvoorwaarden zoals de uitleentermijn, aantal materialen om te lenen, de prijs, aantal verlengingen, boetes, maximale uitleentermijn en de kosten voor het reserveren zijn onderling sterk verschillend.
Ben je naar aanleiding van de resultaten in deze monitor geïnteresseerd in contact met een collectiespecialist van een andere bibliotheek? Probiblio helpt graag in het maken van onderlinge verbindingen.
In 2020 en 2021 was er door de sluitingen van de bibliotheken vanwege de coronacrisis een sterke daling in het aantal uitleningen. In 2022 herstelden de uitleningen. De uitleningen zijn nog niet op het niveau van voor de pandemie. De uitleningen van de bibliotheken Kennemerwaard, C., Heiloo, Huizen-Laren-Blaricum (nu onderdeel van Gooi+) en Langedijk (sinds de fusie onderdeel van Kennemerwaard) zijn in 2022 wel gestegen ten opzichte van 2019.
* Meer info over de gebruikte data
De tabellen uitleningen per lid en uitleningen per inwoner laten zien wat het bereik van de collectie is bij leden en inwoners. Heeft een bibliotheek veel uitleningen per lid, maar weinig uitleningen per inwoner, betekent dit een goed bereik van de leden, maar relatief minder leden per inwoner. Een hoog aantal uitleningen per lid kan betekenen dat een bibliotheek relatief veel veelleners bereikt. De tabel lenersanalyse geeft hier meer inzicht in. Bibliotheek Krimpenerwaard heeft bijvoorbeeld met 24,5 uitleningen per lid het hoogste uitleencijfer. In de lenersanalyse staan zij met 37% veelleners ook bovenaan. Terwijl veel 0-leners zorgen voor een laag aantal uitleningen per lid (Bibliotheken Velsen en de Boekenberg). De Boekenberg probeert actief jongeren met een verlengd gratis lidmaatschap te trekken. Het kan zijn dat hierdoor het aantal 0-leners relatief groter is.
De tabel Lenersanalyse laat zien dat het grootste deel van de leden onder de 0-leners valt. De groep veelleners is daarna de grootste groep. De kleinste groep is de weiniglener. Het is dus lastig om leden de drempel over te krijgen om boeken te lenen: ze lezen óf veel, of niet. Bibliotheek Krimpenerwaard is de enige bibliotheek waarbij de 0-lener niet de grootste groep is, maar de veellener. Bibliotheek Forum Zoetermeer is de enige bibliotheek waarbij de groep gemiddelde leners groter is dan de groep veelleners.
Gekeken naar de herkomst van de uitleningen werd in 2021 de landelijke norm van maximaal 5% materialen van buiten de eigen organisatie door vier bibliotheken niet behaald. De overige bibliotheken in Noord- en Zuid-Holland voldeden wél aan de norm. In 2022 is er slechts één bibliotheek die deze norm (net) niet haalt. In alle bibliotheken stabiliseert of daalt het gebruik van andere collecties (uitgezonderd de KopGroep Bibliotheken) wat aangeeft dat de collecties in de vestigingen beter aansluiten bij de behoefte van de lener (vaak veellener). Mogelijk wordt er daarom minder ruimte gemaakt in het collectiebudget om te experimenteren en nieuwe doelgroepen aan te trekken.
Trend herkomst uitleningen:
Totaal alleen over bibliotheken met data over 2019-2022
Het aantal uitleningen van e-books is in het afgelopen jaar gedaald terwijl het aantal leden met een account overal is gestegen. Waarschijnlijk heeft het opheffen van de coronamaatregelen en het weer opengaan van de bibliotheek het aantal uitleningen laten dalen. De bibliotheken Zaanstreek, Rijn en Venen, Bollenstreek, Groene Venen, Gouda, Westland en Oostland laten wel een stijging zien in het aantal e-book-uitleningen in 2022 ten opzichte van 2021. Met 12 uitleningen per account lenen bibliotheken Krimpenerwaard, Hoeksche Waard, Zuid-Hollandse Delta, de Groene Venen en de KopGroep het meeste e-books uit per account. Het aantal accounts van 2020 is lager omdat de KB sindsdien een andere telling hanteert.
Aantal geldige leden per 31-12
Vijftigplussers lenen de meeste e-books; zij zijn verantwoordelijk voor 63% van de uitleningen.
Noord en Zuid-Holland samen
Totaal alleen over bibliotheken met data over 2019-2022
* data uit WSOB (Toelichting data)
Voor de trendanalyses is voornamelijk gebruik gemaakt van data uit Probiblio Wise, aangevuld met data van individuele bibliotheken die niet zijn aangesloten op Probiblio Wise. Bij het gemiddelde onder in de tabel staat het gemiddelde van de bibliotheken daarboven. Ze zijn niet gecorrigeerd op grootte van de collectie of het aantal leden. Ook zijn alleen de bibliotheken meegenomen waarvan de data compleet is over 2019, 2020, 2021 en 2022, om een zo goed mogelijke vergelijking te kunnen maken. Wanneer het gemiddelde of een totaal onderaan de tabellen staat bevat de laatste kolom het totaal. Ook daarbij geldt dat alleen de bibliotheken met complete data over 2019, 2020, 2021 en 2022 zijn meegenomen. De data in de Monitor is een fotomoment van 1 januari 2023. Verder inzoomen op de eigen collectie is sinds kort ook mogelijk via het dashboard van de Koninklijke Bibliotheek. Bibliotheek Langedijk is in 2023 gefuseerd met Bibliotheek Kennemerwaard en Bibliotheek Huizen-Laren-Blaricum is in 2023 gefuseerd met Bibliotheek Gooi en Meer. Omdat deze bibliotheken in 2022 nog niet gefuseerd waren zijn de bibliotheken apart opgenomen in de cijfers.
Van de bibliotheken die niet zijn aangesloten op Probiblio Wise of recent de overstap hebben gemaakt, is de data niet altijd 100% compleet, toepasbaar of vergelijkbaar in de tabellen. Het gaat om de volgende bibliotheken:
De gegevens uit het Probiblio Wise-systeem zijn niet één op één vergelijkbaar met de WSOB-gegevens. Er zitten kleine verschillen in het aantal exemplaren tussen de verschillende tabellen. Probiblio Wise hanteert scherpere definities dan de WSOB en komt lager uit. De grootste verschillen liggen in tijdschriften, uitleningen op scholen, MuziekWeb en IBL-V. Per paragraaf geven we een interpretatie van de cijfers waarbij we verwijzen naar de bijbehorende tabellen in de bijlagen.
Trend herkomst uitleningen:
Totaal alleen over bibliotheken met data over 2019-2022
Aantal geldige leden per 31-12
Noord- en Zuid-Holland samen
Veel IBL-uitleningen duiden mogelijk op:
Weinig IBL-uitleningen duiden mogelijk op:
Het meten van impact wordt steeds belangrijker, zoals benoemd in Hoofdstuk 9 van de Netwerkagenda Oogsten en borgen, 2023. Het aantal uitleningen aan leden is niet meer het belangrijkste doel van de bibliotheken; het hebben van impact met je collectie op bezoekers is zeker zo belangrijk. Een paar uitleningen aan weinigleners kan meer betekenen dan veel uitleningen aan veelleners.
Tips om aan de slag te gaan met de impact van de collectie:
Veel collectioneurs gaan met pensioen terwijl de officiële bibliotheekopleiding al lang niet meer bestaat. Daarom startte NBD Biblion een nieuwe opleiding collectioneren waarin zij de nieuwste inzichten rond dit vak met een nieuwe generatie collectioneurs delen. Marjolein Schrage, coördinator Informatie & Collectie bij Bibliotheek C., is dit jaar gestart met module 1 en 2 van deze opleiding.
Waarom ben je gestart met de opleiding collectioneren?
“Sowieso volg ik graag opleidingen. Ik heb geen collectie- en bibliotheekachtergrond. Voor mijn huidige functie als collectiespecialist heb ik alleen een inwerktraject gehad vanuit Probiblio. Ik wilde graag van mensen uit het veld leren hoe je collectioneert, om meer diepgang te krijgen in wat ik al wist.”
Wat waren je verwachtingen?
“Ik ging er vrij blanco in en liet mij verrassen. De verwachtingen die ik had waren gevormd door de opleidingsbeschrijving van de NBD. Ik wist dat de opleiding ontwikkeld is door de NBD omdat er geen bibliotheekopleiding meer is. Dit is de moderne versie van (een deel van) die opleiding. Ik wilde graag leren hoe je een collectieplan en collectieprofiel maakt. Nu, na de opleiding, ben ik wel blij dat ik het maken van deze stukken kan uitbesteden.”
Wat leerde je allemaal?
“Bij module 2 heb ik vooral geleerd wat er áchter de collectie zit, zoals de indeling en plaatsing van boeken. Daarnaast kreeg ik ook een rondleiding door de NBD en het Centraal Boekhuis. Bij module 1 heb ik geleerd wat er komt kijken bij het maken van collectieplan en hoeveel informatie er beschikbaar is. Ieder moet voor zichzelf bepalen met welke informatie je aan de slag gaat en welke informatie je links laat liggen, maar het is goed om te weten wat er mogelijk is.”
Draagt het doen van de opleiding bij aan je werk?
“Het draagt bij aan het werk, maar ik heb niet per se iets veranderd. Het is prettig om termen die ik vaak al hoorde in de bibliotheek nu beter te begrijpen. Alles valt er veel meer op zijn plek. Met mijn nieuwe kennis kan ik de juiste vragen stellen en begrijp ik beter hoe alles werkt. Ik werk graag op grote lijnen, maar nu kan ik ook gedetailleerd te werk gaan als ik dat zou willen. Als ik nu iets vreemds zie, weet ik waar ik moet zoeken en kan ik de onregelmatigheid duiden. Ik kan mijn keuzes ook beter uitleggen aan collega’s.”
Welk onderdeel van de opleiding is het meest nuttig geweest?
“Het contact met andere collega’s en de docenten uit het veld. Iedereen heeft te maken met dezelfde problemen. Het is fijn dat je hoort hoe het bij andere bibliotheken gaat.”
Wat is het leukste of opvallendste dat je geleerd hebt?
“Dat C. het eigenlijk heel erg goed doet. Er is al een collectieplan en een collectieprofiel. De infrastructuur staat goed en de samenwerking met de adviseurs van de POI helpt. Samen dingen signaleren en de interactie met de adviseurs is prettig. Ik kwam met een trots gevoel terug van de opleiding. Na de opleiding heb ik nog sterker idee gekregen bij het belang van de collectie.”
Tijdens de coronajaren steeg het aantal reserveringen enorm. Nu de maatregelen alweer enige tijd achter ons liggen, neemt het aantal reserveringen af. Het aantal reserveringen ligt wel hoger dan voor de pandemie. Bij Bibliotheek Voorschoten-Wassenaar is dit het meest extreem: daar zijn de reserveringen bijna verdrievoudigd ten opzichte van 2019. Vijf bibliotheken (De bibliotheken Zuid-Kennemerland, Westfriese, Hoeksche Waard, Velsen, Langedijk en Heiloo) hebben in 2022 meer reserveringen dan in coronajaar 2021.
Totaal alleen over bibliotheken met data over 2019-2022
Het aandeel reserveringen binnen uitleningen volgt eenzelfde trend. Gemiddeld is dit aantal ten opzichte van 2021 gedaald, maar het ligt nog steeds hoger dan in 2019. Tussen de bibliotheken zijn grote verschillen: van bijna 1 op de 4 uitleningen als reservering tot 1 op de 14 uitleningen als reservering. De KopGroep Bibliotheken en Bibliotheek Zuid-Kennemerland zijn de enige bibliotheken waar het aandeel van de reserveringen binnen uitleningen in 2022 hoger ligt dan in 2021. Bij bibliotheken Rijn en Venen, Amstelland, Oostland en de Zaanstreek is de grootste afname te zien ten opzichte van 2021.
Totaal alleen over bibliotheken met data over 2019-2022
Gekeken naar de levertijd van de reserveringen is het aandeel bibliotheken dat de provinciale norm van 95% leveren binnen zes weken haalt nog steeds beperkt: zeven van de vierendertig bibliotheken haalt deze norm. Toch is dit ten opzichte van vorig jaar wel verbeterd. Waar in 2021 alleen Bibliotheek Hoorn en Bibliotheek Zuid-Kennemerland deze norm behaalden zijn daar in 2022 bibliotheken IJmond Noord (stapte in het najaar 2022 over op Wise, voor die tijd alleen gebruik van het IBL-V ), Velsen, Voorschoten-Wassenaar, de Plataan en de Bieb voor de Zaanstreek bij gekomen. Ook op langere termijn is er een positieve ontwikkeling zichtbaar: het aandeel reserveringen met een levertijd langer dan 6 weken is sinds 2019 nog niet zo laag geweest. Waar voorgaande jaren (2019-2021) gemiddeld 12% van de reserveringen een levertijd hadden van 6 weken of langer, is dit in 2022 slechts 8%.
Trend levertijd reserveringen
Totaal alleen over bibliotheken met data over 2019-2022
De afweging bij het reserveren is hoeveel middelen bibliotheken willen inzetten om de leden die reserveren tevreden te houden. Vaak zijn het de veelleners (25 of meer boeken per jaar) die veel reserveren. Zo heeft Bibliotheek Krimpenerwaard zowel de meeste reserveringen als de meeste veelleners. Terwijl Bibliotheek Heiloo relatief weinig reserveringen heeft en ook relatief weinig veelleners (zie uitleningen). Qua impact is dit niet de belangrijkste doelgroep. Kinderen, een belangrijke groep in het kader van leesbevordering, reserveren bijvoorbeeld nauwelijks. Aan de andere kant zorgt makkelijk en laagdrempelig reserveren voor een aantrekkelijkere collectie en gemak bij de klant.
Voordelen van de mogelijkheid tot reserveren:
Nadelen van de mogelijkheid tot reserveren:
In Krimpenerwaard wordt 23% van de uitleningen gedaan via een reservering. Ook heeft Bibliotheek Krimpenerwaard met 24,5 uitleningen per lid het hoogste aantal uitleningen per lid.
Hoe komt het dat bij jullie bibliotheek veel mensen reserveren denk je?
“De structuur van de organisatie is een goede basis om dat te realiseren. De collectie in de vier grotere vestigingen en de drie servicepunten vormen een geheel, de leden kunnen gratis reserveren en kunnen in totaal 10 boeken meenemen. Het dorpse karakter en de behoudende bevolking in sommige dorpskernen maakt dat mensen nog veel lezen. Het gemak van reserveren is tijdens de coronaperiode onder de aandacht gebracht en heeft zijn vruchten afgeworpen.”
Promoten jullie het reserveren ook extra?
“Tijdens de coronaperiode hebben we enorm ingezet op het ondersteunen bij reserveren. Elke dag was er een telefonisch spreekuur, een ophaalservice en via de socials is dit uitgebreid onder de aandacht gebracht. Medewerkers geven leestips op de site, via de link komt de klant rechtstreeks in de catalogus en dit geldt ook voor bij thema’s vermelde boektitels. Nieuwe leden krijgen standaard een flyer over hoe het reserveren in zijn werk gaat. Deze flyer wordt ook actief verspreid in de vestigingen.”
Proberen jullie de mensen die reserveren ook extra de bibliotheek in te lokken?
“Niet speciaal, maar we proberen de aanwinsten goed onder de aandacht te brengen, fysiek en digitaal. Gemiddeld schaffen we van de gangbare titels 5 exemplaren aan die rouleren (met name tussen de servicepunten). Deze service is erg bekend onder ons publiek. Vrijwilligers zijn een onmisbare schakel: zij ondersteunen op de servicepunten (ondergebracht bij scholen) en promoten het reserveren. Vrijwilligers zijn bekend bij de lokale bevolking, kennen de voorkeuren van de klanten, maken een praatje, adviseren actief (over nieuwe aanwinsten) en helpen met het maken van reserveringen.”
Met een levertijd van 6% van de reserveringen langer dan 6 weken krijgen jullie relatief snel een reservering bij de klant. Hoe zorgen jullie daar voor?
“Het actief controleren van de foutmelding van niet kloppende e-mailadressen helpt in dit proces. Vervoer vindt twee keer per week plaats tussen de vestigingen en een keer per week naar de servicepunten. In alle vestigingen gaan vrijwilligers gelijk na levering aan de slag om alles te verwerken zodat klanten soms al binnen een week een gereserveerd boek kunnen ophalen.”
Jullie hebben het meeste uitleningen onder leden, hoe komt dat denk je?
“De collectie sluit goed aan bij de vraag; ze vinden wat ze zoeken en lenen daardoor veel. De scholen in het werkgebied die regelmatig op een pas van de klas komen lenen dragen bij aan een goed gebruik van de collectie en de bekendheid met de bibliotheek. Jeugd krijgt het bezoek aan de bibliotheek met de paplepel ingegoten. Deelname aan IBL binnen Probiblio Wise en de brede collectie van het netwerk in zijn geheel is voor Bibliotheek Krimpenerwaard een groot voordeel.”
Totaal alleen over bibliotheken met data over 2019-2022
Totaal alleen over bibliotheken met data over 2019-2022
Trend levertijd reserveringen
Totaal alleen over bibliotheken met data over 2019-2022
De titelspreiding van bibliotheken verschilt sterk: van 97% unieke tot en met 33% unieke collectie. Het aantal vestigingen, de grootte van de bibliotheek en het verdubbelen van veelgeleende titels zijn factoren die hierop van invloed zijn.
Bibliotheek Heiloo met één vestiging heeft logischerwijs minder exemplaren per titel dan Bibliotheek AanZet met dertien bibliotheken, dertien servicepunten en vier afhaalpunten.
Met een gemiddelde van 58% unieke titels de afgelopen vier jaar blijft het aantal unieke titels opvallend stabiel. Ook bij de bibliotheken zelf verandert niet veel op dit gebied. Alleen Bibliotheek Kennemerwaard (stijging van tien procentpunt ten opzichte van 2021) en Bibliotheek Velsen (daling van zes procentpunt ten opzichte van 2019) hebben een grotere fluctuatie dan vijf procentpunt de afgelopen vier jaar.
Veel unieke titels:
Weinig unieke titels:
Een brede collectie met veel verschillende titels betekent nog niet gelijk dat de collectie divers is. Onder een diverse collectie verstaan wij een collectie waarin veel verschillende groepen inwoners zich kunnen herkennen. Met titels die niet per se aansluiten bij de populaire boeken in de bibliotheek. De collectiespecialist speelt een belangrijke rol hierin. Om erachter te komen welke titels groepen die nog niet goed vertegenwoordigd zijn in de collectie, aanspreken, zal de specialist actief het gesprek moeten aangaan. Bijvoorbeeld door focusgroepen te organiseren of een gastcollectioneur uit een bepaalde doelgroep aan te stellen.
Tips om de collectie diverser te maken:
Lotte Kok heeft als Community Librarian Jongeren gewerkt in Bibliotheek Venlo. Zij zorgde ervoor dat er altijd wel een connectie was met collectie als er een activiteit van de community was.
Hoe deed je dat?
“Ik probeerde de collectie altijd te betrekken bij de evenementen of activiteiten die door de community werden georganiseerd. Bij een boekenclub was dit niet meer dan logisch, dan bestelde ik extra boeken bij de boekhandel of reserveerde boeken uit de rest van de provincie. Ik maakte ook een podcast met gasten waarbij wij hen vroegen om een passende boekentip te geven bij het besproken thema. Ze brachten dit boek zelf mee. Wij zorgden ervoor dat deze boeken in de collectie zaten. In de beeldopnames lieten we ook zien hoe je een boek kan reserveren. Ook bij activiteiten met een minder duidelijke link naar de collectie, zoals spelletjesavonden of pubquizzen, zorgde ik voor de link met boeken. Het winnende team van de spelletjesavond ontving bijvoorbeeld een exemplaar van The Queens Gambit, met op de eerste pagina een stukje namens de Bibliotheek Venlo. Zo liet ik zien dat de bibliotheek, naast een plek om spelletjes te spelen, ook een plek voor (het lenen van) boeken is, bijvoorbeeld over spelletjes.
Leende de community meer?
“Dat durf ik niet te zeggen. We hadden daar niet goed zicht op. Van de boekenclub weet ik wel dat de jongeren boeken leenden, vaak op het pasje van de boekenclub zelf. Ik herkende ook enkele leden van de community als lener. Ik heb ook leners gevraagd of ze betrokken wilden zijn bij de community. Een jongen die altijd klassiekers leende, bleek het ook leuk vinden om activiteiten te organiseren. Toch waren het twee aparte doelgroepen, de leners en de mensen die naar de activiteiten kwamen. Er was wel enige overlap, maar binnen de community werd niet heel veel gelezen.”
Hoe kan een collectioneur of collectiespecialist communities ondersteunen?
“Ik denk dat je elkaar goed kan versterken. Als de collectioneur bijvoorbeeld ziet dat er veel boeken over ondernemerschap worden uitgeleend onder jongeren kan de programmamaker daar een geschikte activiteit bij bedenken, met een succesvolle ondernemer bijvoorbeeld. Ik zou het mooi vinden als boeken méér zijn dan alleen decor bij evenementen.”
“Collectiespecialisten en programmamakers signaleren beide andere trends en thema's, en door deze informatie uit te wisselen kunnen we veel van elkaar leren en elkaar inspireren. Bij de kinderprogrammering zie ik bijvoorbeeld weer een mooie handreiking richting de collectie. Je kunt alle ouders die naar de voorleesuurtjes komen naar de boekenkasten trekken en laten zien wat het aanbod is. Je kan daar ook programmering en collectie afstemmen op de ouders.”
Hield je bij je werk ook rekening met diversiteit van de collectie?
“Onze community voegde niet per se veel diversiteit toe aan de collectie, op fantasy of Engelstalig na. Maar de community librarian van 12-18 jaar heeft ervoor gezorgd dat er een mangakast en een uitbreiding van de LHBTI+-kast kwam. Ik maakte een podcast met hedendaagse schrijvers en dichters, waardoor er meer dichtbundels en debuutromans werden aangeschaft. Deze waren vaak geschreven door vrouwelijke auteurs of auteurs met een bi-culturele achtergrond. Ik heb een intrinsieke motivatie om andere geluiden te laten horen in de bibliotheek en probeerde er op te letten dat er diversiteit in de programmering zat.”
Op welke community-collectie samenwerking ben je het meest trots?
“We hebben Rima Orie uitgenodigd voor de boekenclub, met haar boek De Zwendelprins. Dit soort boeken zouden anders niet in de collectie zijn opgenomen. De leden van de boekenclub waren zelf ook vrij divers. Het was erg prettig dat ik via eigen aanschaf de collectie kon uitbreiden. Ik kon de boeken via de boekhandel kopen en een week later stond het dan ingewerkt op de plank. We hadden een deal met de boekhandel en een collega maakte altijd tijd om het in te werken. Ik kon daarbij zowel aanspraak maken op het collectiebudget en het programmeringsbudget. Als je wil dat je collectie diverser wordt door je community te laten collectioneren, moet je daar wel budget voor vrijmaken.”
De actualiteit van de collectie in onderstaande tabel gaat over de datum waarop het boek is aangeschaft. De verschillen tussen de actualiteit van collecties in bibliotheken zijn groot. Het aandeel materialen ouder dan tien jaar is het hoogst bij bibliotheken Huizen Laren Blaricum (inmiddels onderdeel van Gooi+), Hilversum en Hoekse Waard. Bij bibliotheken C., Aan de Vliet en Zuid-Hollandse Delta is het aandeel collectie ouder dan tien jaar het kleinst. Bij de eerste groep bibliotheken zie je dat het deel van de collectie dat de afgelopen jaren is aangeschaft kleiner is ten opzichte van de tweede groep. Naast saneren speelt collectiebudget voor de aanschaf van nieuwe materialen dus een grote rol in het vernieuwen van de collectie.
In 2022 is het deel van de collectie ouder dan tien jaar over het algemeen iets afgenomen, nadat er in de afgelopen twee jaar een toename zichtbaar was. Vooral bibliotheken Voorschoten-Wassenaar, C., Velsen en Oostland hebben een grote krimp in de collectie ouder dan tien jaar. De grootste toename zie je bij Huizen-Laren-Blaricum (nu Gooi+) en bij de West-Friese Bibliotheken.
Het gebruik van de collectie is het hoogst bij bibliotheken C., aan de Vliet en Katwijk. Bij bibliotheken Schiedam, de Boekenberg en Rotterdam valt op dat een relatief groot deel van de collectie afgelopen drie jaar niet geleend is. Over het algemeen zie je wel dat de hoeveelheid collectie die het afgelopen jaar geleend is weer toenam ten opzichte van 2021. Dit geldt voor alle bibliotheken. Dit kan een gevolg zijn van het einde van de coronamaatregelen. Toch zijn de cijfers van 2022 nog niet op het niveau van 2020. Het deel van de collectie dat nooit wordt uitgeleend blijft stabiel op 1%.
Trendanalyse gebruik van de collectie
Een nieuwe collectie (aanschafdatum) betekent niet per se dat een collectie goed aansluit bij de actualiteit.
Dorinde Witsel heeft samen haar collega’s van Bibliotheek Hilversum het afgelopen jaar hard gewerkt aan het saneren van de collectie in Hilversum.
Waarom ben je gestart met saneren?
“Vanwege personele omstandigheden was er achterstallig onderhoud ontstaan. Toen de Bibliotheek Hilversum besloot om het collectioneren uit te besteden zagen we gelijk ook een goed moment om te beginnen met saneren. Uit de analyses bleek dat de collectie verouderd was, maar dat was geen verrassing. Je hoefde maar rond te lopen om dat zelf te constateren.”
Hoe hebben jullie het aangepakt?
“We hebben het proces in twee fasen opgedeeld. Eerst hebben we het achterstallig onderhoud aangepakt en daarna zijn we begonnen met structureel saneren met behulp van de BCB-module. Van de vijftien medewerkers op de vloer zijn er elf na de coronaperiode aangenomen. Zij waren niet bekend met saneren, dus we hebben goed uitgelegd wat het inhoudt. Elke week hebben we twee á drie nieuwe medewerkers betrokken bij het saneren en zo hebben we het rustig opgebouwd. De nieuwelingen werden gekoppeld aan de mensen met kennis en ervaring. Het achterstallig onderhoud werd buiten de reguliere werktijden gedaan: drie á vier dagdelen per week waren vier medewerkers aan het saneren. In het begin kost dit gewoon veel tijd. We zijn gestart met boeken ouder dan vijftien jaar en daarna gingen we verder met de boeken ouder dan tien jaar. Het reguliere saneren viel eerst stil, maar dit hebben we nu weer opgepakt met de BCB.”
Hoe bevalt saneren met de BCB?
“We zijn daar net mee gestart. We draaien lijsten van vierhonderd boeken per week. Dit lijkt heel veel, maar als je het verspreid over de week is het prima te doen. We zien wel dat een deel nog steeds achterstallig onderhoud is. Veel van deze boeken gaan nog naar de longtail.”
NB De longtail-collectie bewaart van ieder boek tenminste één exemplaar ter naslag. Probiblio beheert de laatste exemplaren van de Nederlandstalige romans en de 800-rubriek.
Merken de klanten of de medewerkers verschil?
“Van de klanten heb ik nog niet veel gehoord, maar de medewerkers zijn er erg blij mee. Hun handen jeukten sowieso om bezig te gaan, ik moest er eerder de rem opzetten. Ze vinden dat de collectie er nu beter bijstaat en reserveringen zijn makkelijker te vinden. Prentenboeken passen weer normaal in de kast en op de eerste verdieping kunnen een aantal non-fictie kasten weg om ruimte te maken voor studieplekken. Ook voor de Engelstalige jeugdboeken (waar veel vraag naar is) is er meer ruimte.”
Wat doen jullie met de afgeschreven boeken?
“Driekwart gaat naar het oud papier, het goede kwart gaat mee met de boekverkoop in de zomer en rond de kerst. Bladmuziek is al verkocht en daar hebben we een aantal mensen heel blij mee gemaakt. Qua leners lag het aantal laag met nog maar zeventig unieke leners, maar nu kwamen er ook niet-leden op af.”
Heb je een tip voor andere bibliotheken die willen saneren?
“Naast het saneren moet je ook de vervuiling in het systeem aanpakken. Ruim bijvoorbeeld direct de kasten op die in het systeem staan, maar in werkelijkheid niet bestaan.”
Trendanalyse gebruik van de collectie
De basisabonnementen bij de bibliotheken verschillen flink van elkaar:
De kosten voor het maken van reserveringen lopen nog meer uiteen (behalve bij bibliotheken Krimpenerwaard en Westland). Alleen in Bibliotheek Rotterdam is reserveren altijd gratis (als je het tenminste komt ophalen, anders kost het €1,-). Bij andere bibliotheken kunnen leden vaak gratis reserveren binnen de eigen bibliotheek, maar betalen zij wel kosten voor het gebruik van materialen van andere bibliotheken. Sommige bibliotheken rekenen voor het reserveren van materialen juist altijd kosten. Ook worden er nog verschillen gemaakt tussen reserveren bij universiteitsbibliotheken of het reserveren van een toptitel.
Bij de plusabonnementen zijn net zulke grote verschillen te zien als bij de basisabonnementen. Een deel van de bibliotheken heeft geen ander abonnement dan een basisabonnement. Voor de bibliotheken die wel een plusabonnement hebben geldt het volgende:
NB Bibliotheken DOK Delft en Den Haag vormen hier een uitzondering op, daar zijn er ook bij het plusabonnement kosten verbonden aan reserveren.
BplusC*
Mark Deckers, bestuurssecretaris van Rijnbrink, schrijft al jaren een blog. Eén van de vaste onderwerpen op de blog is de telaatgelden van bibliotheken. Binnen ons werkgebied zijn alleen Bibliotheek Katwijk en Bibliotheek AanZet volledig boetevrij.
Wat is de beste reden om een boetevrije bibliotheek te worden?
“Als bibliotheek ben je er voor de leesbevordering en is het doel om mensen zo drempelloos mogelijk te laten lezen. Een boete vormt een obstakel om een boek uit te lezen. Daarnaast worden boetes vaak gegeven voor boeken die slechts enkele dagen te laat zijn. Boetes zijn bedoeld om materialen terug te krijgen, maar zonder deze drempel komen de boeken nog steeds terug. Als je echt wilt dat het materiaal wordt teruggebracht, kun je nog steeds een nota sturen, de blije brief, met de optie voor mensen om het boek te kopen tegen de aanschafprijs.”
Zie je een stijging van het aantal boetevrije bibliotheken?
“In mijn blog benoem ik dat er steeds meer boetevrije bibliotheken komen. Momenteel hanteert 58% van de bibliotheken een vorm van boetevrij beleid. In 2014 was dit nog maar 2,1%. In 2017 voerden veel bibliotheken het in, en het aantal bibliotheken blijft nog steeds gestaag toenemen.”
Heeft een boetevrij abonnement effect op het aantal uitleningen?
“Dat is heel complex, omdat andere factoren meespelen. Eén bibliotheek bijvoorbeeld schafte de optie om te verlengen af, want dit was immers niet meer nodig zonder boetes. Alleen nam deze bibliotheek verlengingen mee als uitlening, dus de uitleningen daalden. Toch zien we niet dat wanneer boetes worden afgeschaft, de hele bibliotheek van hun collectie wordt beroofd. Dus het effect is niet gigantisch. Daarnaast spelen zaken zoals vriendelijkheid van het personeel, nabijheid van de bibliotheek en openingstijden allemaal een rol. Het is dus lastig om het duidelijk te beoordelen. Het enige wat je wel kunt zeggen, is dat het aantal uitleningen bij boetevrije bibliotheken in ieder geval niet sneller dalen dan bij andere bibliotheken.
De bibliotheek draait ook niet meer alleen om uitlenen. Tot 2015 zag je één op één de bezoekerscijfers dalen samen met de uitleningen, daarna zie je een kentering. De bezoekerscijfers stijgen, maar de uitleningen dalen. We bevinden ons tegenwoordig in een maatschappij van ontlezing. Om mensen te stimuleren moet je de barrières weghalen. Vroeger legde je juist barrières op vanwege de grote vraag.”
Op welke doelgroepen heeft een boetevrij abonnement vooral effect?
“Iedereen kent wel het voorbeeld van ouders die hun kinderen laten uitschrijven omdat ze voor elk van de drie kinderen vijf boeken te laat hebben ingeleverd en daardoor een boete van 32 euro moeten betalen. Het argument dat de kinderen toch voor 300 euro boeken aan in de tas hebben telt dan niet meer. Dus voor kinderen heeft het zeker effect om het jeugdabonnement boetevrij te maken.”
Wat zijn andere manieren om drempels weg te nemen?
“Geen contributie heffen voor leden tot 27 jaar, omdat deze groep afhaakt af als je contributie moet betalen. Sommige bibliotheekmedewerkers zeggen, als we ze een pas geven, weten we niet zeker dat ze gaan lezen, maar één ding is zeker: als ze géén pas hebben, weten we zeker dat ze niet lezen. Je ziet bij een gratis abonnement dat een deel wel blijft lezen, natuurlijk niet iedereen. Maar zelfs een aanzienlijk deel met weinig gebruik zorgt uiteindelijk voor een groot bereik.
Ik vraag altijd of medewerkers het fijn vinden om een personeelspas te hebben zonder boete, het antwoord is altijd ja. Dit is net zo prettig voor de klant. De focus moet liggen op het zo makkelijk mogelijk maken om te lezen.”
Wat is een goede manier om te beginnen?
“Veel bibliotheken beginnen bij het plusabonnement of alleen bij de jeugdabonnementen met een boetevrij abonnement. Het is een makkelijke manier om te beginnen en ook een goede eerste stap om de gemeente mee te krijgen. Nabijheid zit hem niet alleen in kilometers, maar ook hoe makkelijk je het maakt voor mensen. Dat staat dan niet in de bibliotheekwet, maar zo kan je er ook naar kijken.”
BplusC*